Wil je werken in de forensische zorg of ben je benieuwd of het bij je past? Meld je dan aan voor onze Meet & Greet, speciaal voor professionals die voldoen aan de opleidings- en ervaringseisen voor de onderstaande functies:
šøSeksuologen, GZ-psychologen met aangevulde opleiding tot seksuoloog (of iemand die daartoe bereid is); šøVaardigheidstrainers (hbo Social Work); šøGZ- of klinisch psychologen (BIG); šøMuziektherapeuten (hbo Muziektherapie); šøPMT-therapeuten (hbo Psychomotore Therapie); šøForensische systeemwerker (hbo Social Work plus een erkende opleiding tot systeemtherapeut, of iemand die daartoe bereid is).
šš§ššš«šš¬š¬š? Meld je vĆ³Ć³r 17 maart 2025 aan door je cv te mailen naar meetengreet@fpcvanmesdag.nl.
šš š¦ššš« š°šššš§? Bel me gerust ā ik vertel je graag meer! Annemieke Hutten ā 06 82059903
ššš š¤š®š§ š£š šÆšš«š°ššš”ššš§? Tijdens de Meet & Greet maak je kennis met toekomstige collegaās en ontdek je onze unieke werkwijze. Je krijgt alle ruimte om vragen te stellen over werken bij Mesdag en de ontwikkel- en carriĆØremogelijkheden. Grijp de kans om te netwerken en te ontdekken wat wij jou te bieden hebben!
Nadat het lied is afgelopen vertelt hij over wat de tekst betekent en welke rol spiritualiteit in zijn leven inneemt. De muziektherapeut vraagt Ibrahim om liederen uit te kiezen waar hij een mooie herinnering aan heeft. Samen luisteren ze naar de muziek, waarbij Ibrahim honderduit vertelt over zijn herinneringen erbij en de boodschap die hij uit de muziek haalt. De muziektherapeut stelt af en toe een vraag, maar luistert vooral naar wat hij vertelt. Door de muziek ervaart Ibrahim zijn mooie herinneringen kort opnieuw en merkt hij dat er ook mooie dingen zijn die hij niet kan kwijtraken. Hij kan kracht putten uit de boodschap in de muziek om deze moeilijke tijd, waarin hij moet leren leven met zijn verlies, door te komen. Uiteindelijk lukt het Ibrahim zelfs om voorzichtig naar de toekomst te kijken. Als de sessie is afgelopen, bedankt hij de muziektherapeut: āIk voel me nu een stuk blijer dan toen ik binnenkwam, zo kan ik weer even door!ā.
Muziektherapeute Sifra
Sinds twee jaar werkt ze als muziektherapeut in Van Mesdag en ziet ze patiĆ«nten van (bijna) alle afdelingen. “Mijn werk bestaat uit het samenstellen en aanbieden van een muziek therapeutische behandeling op basis van wat ik bij een patiĆ«nt observeer. Ik vind het belangrijk om mijn aanbod af te stemmen op de voorkeuren en belevingswereld van de patiĆ«nt, zodat hij ook blij kan zijn met wat hij doet. Dit maakt mijn werk ook heel gevarieerd, want met de ene patiĆ«nt schrijf en produceer ik liedjes, terwijl ik met de ander instrumenten zoek die passen bij zijn emotiebeleving.”
Omdat veel patiĆ«nten wel van muziek houden, ontstaat er makkelijk een gesprek over favoriete artiesten of muziek die de patiĆ«nt mooi vindt. Daarmee is snel de brug geslagen naar ervaring of gevoel. “Het mooiste aspect van vaktherapie vind ik dat de patiĆ«nt soms echt een nieuw inzicht krijgt door een oefening die hij doet, of zoals bij het verhaal van Ibrahim, de ervaring die hij heeft door de muziek die hij luistert.”
Reacties uitgeschakeld voor Internationale kennisuitwisseling rond ERM vroegsignalering
Als forensisch psychiatrisch centrum willen we de kwaliteit van onze behandeling voortdurend verbeteren. Daarom doen wij wetenschappelijk onderzoek en wisselen we internationaal kennis uit met andere professionals binnen de forensische zorg. In dit nieuwsbericht lees je onder andere welke kennis we delen en hoe de vroegsignaleringsmethode, die in de Van Mesdag vanaf het begin toegepast wordt, in steeds meer landen de standaard wordt.
Senior onderzoeker Frans Fluttert doet al jarenlang onderzoek binnen de forensische zorg. Daarnaast geeft hij trainingen en is internationaal werkzaam. Onder andere als associate professor bij de HĆøgskolen i Molde, research supervisor bij het Oslo University Hospital (beiden in Noorwegen) en Member of European Violence in Psychiatry Research Group. Met deze landen wisselt Frans (namens de Van Mesdag) kennis uit.
ERM Vroegsignalering is bewezen effectief Frans doet met name onderzoek op het gebied van vroegsignalering in de forensische psychiatrie en ook bij andere zorgorganisaties waarbij agressie een rol speelt, zoals bij de ziekte van Huntington. ERM Vroegsignalering is een risicomanagementstrategie voor de forensische zorg om vroege waarschuwingssignalen van ontregeling (meestal agressie) te kunnen herkennen en vervolgens in een vroeg stadium van agressie dit beter te kunnen (risk-)managen. Een belangrijk aspect hierbij is de dialoogstrategie: het signaleringsplan wordt in een specifieke gespreksmodel met de patiƫnt, en zo mogelijk met het sociale netwerk, besproken en opgesteld. Hiervoor is het ERM-protocol ontwikkeld.
Samen met collegaās en andere onderzoekers heeft Frans de methode ERM Vroegsignalering ontwikkeld. Deze methode is continue onderwerp van onderzoek zoals toetsing op effectiviteit.
Uit onderzoek blijkt dat de methode Vroegsignalering significant bijdraagt aan een afname van het aantal separaties. Ook nam de ernst van de incidenten sinds de invoering van deze methode in de Van Mesdag af.
In verschillende landen zoals Nederland, Belgiƫ en Noorwegen is de ERM Vroegsignaleringsmethode de standaard voor risicomanagement binnen de forensische zorg. In Denemarken is specifiek onderzoek gedaan naar de toepassing in de ambulante zorgverlening, waarvan de uitkomsten buitengewoon positief waren.
Sinds 2016 partner in internationale onderzoeksconsortia. FPC Dr. S. van Mesdag is sinds 2016 āfull partnerā in internationale EU Horizon 2020-onderzoeksconsortia: zoals de FOSTREN (Fostering and Strengthening Approaches to Reducing Coercion in European Mental Health Services). Dit onderzoeksconsortium bestaat uit clinici, onderzoekers en academici uit meer dan 19 landen en heeft tot doel kennis over de toepassing van dwangmaatregelen uit te wisselen, verbeterprogramma’s te ontwikkelen en de implementatie van wetenschappelijke kennis te bevorderen.
Op de foto: Frans Fluttert (derde van links) met de kandidaten van de Trainingsschool die Frans namens de Van Mesdag voor FOSTREN heeft georganiseerd.
Daarnaast is de Mesdag betrokken bij internationale onderzoeken zoals:
In samenwerking met de Universiteit Twente is het multicenteronderzoek ‘Emotion in the Face’ afgerond, als onderdeel van ERM. In dit onderzoek is bestudeerd in welke mate het beter herkennen van gezichtsuitdrukkingen bij patiĆ«nten, voor sociotherapeuten ondersteunend kan zijn bij het toepassen van risk-managementinterventies zoals ERM.
In 2023 is bij de Universiteit van Lissabon (PO) een promotieonderzoek gestart naar de toepassing van ERM-Vroegsignalering bij patiƫnten tussen de 10 en 23 jaar. FPC Dr. S. van Mesdag (Frans Fluttert) is co-supervisor in dit PhD-traject.
In 2024 wordt er een onderzoeksvoorstel gedaan voor een nieuw vierjarig Europees (EU-Horizon2020) onderzoek. Dit onderzoeksvoorstel bevat 15 promotieonderzoeken en focust op het beter betrekken van patiƫnten bij beslissingen in een gedwongen kader.
Naast de onderzoeken binnen FOSTREN is in Denemarken een promotieonderzoek gedaan naar de effectiviteit van ERM vroegsignalering in de ambulante zorg. In dit onderzoek is beschreven hoe ERM in de ambulante zorgverlening significant bijgedragen heeft aan een afname van recidive bij patienten met Schizofrenie of Bi-Polaire stoornis. Dit is onderzocht bij alle patiƫnten van ACT-teams in Zuid-Denemarken.
Werken binnen de TBS vraagt vaak om stevig te staan tegenover (voor)oordelen. Dat merk je ook als HR Adviseur: het zorgt voor een extra uitdaging bij het binden en boeien van nieuwe medewerkers. De mensen die wij zo hard nodig hebben, zijn moeilijk te vinden. Ondanks dat lukt het bij de FPC Dr. S. van Mesdag nog steeds om alle diensten in de directe patiĆ«ntenzorg te draaien met eigen collega’s, dus zonder uitzendkrachten en/of zzp-ers in de zorg voor onze patiĆ«nten. Daar zij wij trots op!
Reacties uitgeschakeld voor Stage lopen bij FPC Dr. S. van Mesdag
Binnen FPC Dr. S. van Mesdag zijn er meerdere studenten van verschillende studierichtingen die stage lopen. Babeth loopt haar derdejaars stage bij de sociotherapie en doet de opleiding Social work. Megan heeft stage gelopen als behandelrapporteur. Op dit moment doet ze bij FPC Dr. S. van Mesdag een afstudeeronderzoek. Haar opleiding is HBO-rechten.
Wat vinden jullie van je stage? Babeth: āIk merk dat er voor een patiĆ«nt een verschil is als ik iets zeg of dat een ervaren en oudere collega iets zegt. Ik vind mijn stage intens, maar ik haal er voldoening uit als dingen lukken. Ik moest erg wennen aan al die regels: wanneer mag een patiĆ«nt bellen, wanneer mag er bezoek komen, etc. Wat ik in het begin lastig vond is wat je wel en niet kunt zeggen over je eigen leven tegen patiĆ«nten. Dan vroeg een patiĆ«nt of het leven duur is in Groningen. Ik leerde eerst
nadenken, wat vraagt deze man nu eigenlijk. Wil hij weten of ik in Groningen woon? Zo moet je voortdurend een afweging maken over je antwoorden. Ik keek het natuurlijk ook af van mijn collegaās.ā Megan: āBij mij was de stage heel anders. Ik zat op kantoor en moest wennen aan alle termen die ik niet kende. Mijn stage verliep heel natuurlijk en prettig. Ik heb veel geleerd. Zo moest ik veel dossierwerk doen: vooral het opstellen van stukken voor het ministerie van Justitie en Veiligheid, die daarna ter zitting in de rechtbank behandeld werden. Mijn eerste taak was het schrijven van een verlengingsadvies. āKijk maar hoe ver je ermee komtā, zei mijn stagebegeleider.ā
Wat doet een stagiaire? Babeth: āNa enige tijd werd ik mentor van een patiĆ«nt, moest ik een behandelplan voor hem schrijven, zijn doelen omschrijven en samen met hem een signaleringsplan. Elke dag hebben we een overdracht en wekelijks hebben we personeelsbesprekingen en breed patiĆ«ntenoverleg. Tegen vrienden en huisgenoten omschrijf ik mijn werk als āoppas voor patiĆ«nten buiten hun therapieĆ«n omā. In het begin wist ik de huisregels niet zo goed, dus ging ik akkoord als patiĆ«nten door de week vroegen of ze 3 eieren mochten gebruiken. Bleek dat dat alleen in het weekend mocht.ā Megan: āJe moet dus letterlijk en figuurlijk op eieren lopen, haha. Wat ik doe behalve stukken schrijven voor het ministerie, is het ondersteunen van de afdeling Diagnostiek bij het opstellen van het instroomonderzoek en notuleren bij commissies en behandelplanbesprekingen met de patiĆ«nt.ā
Reacties uitgeschakeld voor Patiƫnten aan werk helpen
PatiĆ«nten die al ver gevorderd zijn in hun tbs-behandeling en onbegeleid op verlof gaan, hebben de mogelijkheid om buiten de muren van FPC Dr. S. van Mesdag te werken. Intern-trajectbegeleiders (ITB) Miranda, Jasper en Sandra vertellen hoe zij zorgen dat patiĆ«nten ābuitenā aan werk komen.
Wat doen intern-trajectbegeleiders? Hun doelgroep vormen patiĆ«nten in de uitstroom met een onbegeleid-verlofstatus. De intern trajectbegeleiders zoeken samen met deze patiĆ«nten een passende werkplek buiten de kliniek en begeleiden patiĆ«nten rondom hun werk. Dat kan betaald werk zijn, maar vaker is het gesubsidieerd werk of vrijwilligerswerk. Daarnaast heeft Van Mesdag een beperkt budget om werkplekken in te kopen; vaak gebruikt ITB dit voor moeilijk plaatsbare patiĆ«nten die extra begeleiding nodig hebben, omdat ze niet beschikken over voldoende arbeidsvaardigheden, een LVB hebben, etc. Op zoān werkplek toetst ITB hun arbeidsvaardigheden (komen ze op tijd, houden ze zich aan afspraken, etc.) om te kijken of ze verder door kunnen stromen. De groep met beperkte arbeidsvaardigheden is momenteel heel groot en groeit ook nog. PatiĆ«nten worden bij ITB aangemeld als ze aan het eind zijn van hun behandeling. Miranda: āWe houden dan eerst een gesprek met de behandelcoƶrdinator, de mentor en de patiĆ«nt om te kijken wat voor soort werk de patiĆ«nt zou willen, wat hij aankan, etc. Ook kijken we naar de stip op de horizon: wat is het toekomstperspectief van deze patiĆ«nt? Die zaken moeten wel op elkaar aansluiten.ā Jasper: āRisicomanagement is hierin heel belangrijk. We moeten goed weten hoe de begeleiding tijdens het werk eruit moet zien, wat voor soort werk wel kan en wat niet.ā Sandra: āDe werkgever moet van ons handvatten krijgen hoe ze met de patiĆ«nt om moeten gaan. Want onze patiĆ«nten moeten daar wel goed begeleid worden.ā
Hoe vinden jullie passend werk voor patiĆ«nten? Na de aanmelding van een patiĆ«nt gaat ITB op zoek naar een werkplek. Ze houden vacatures in de gaten en gaan zelf achter werkplekken aan. Soms heeft een patiĆ«nt zelf een vacature gezien bij een uitzendbureau. ITB gaat met een potentiĆ«le werkgever in gesprek en als die akkoord gaat, moet de behandelcoƶrdinator nog instemmen met deze werkplek. Jasper: āWe moeten bij een werkgever veel uitleggen over tbs en over wat de patiĆ«nt nodig heeft. Het is belangrijk dat de werkgever dat goed begrijpt. Goede afspraken vormen het fundament van de samenwerking.ā
Om wat voor werk gaat het? Het is erg druk bij ITB: ze hebben momenteel de helft van hun caseload buiten de kliniek aan het werk. De andere helft is aangemeld bij ITB, daar zijn ze mee in gesprek of die staan op een wachtlijst. Het werk varieert van vrijwilligerswerk, betaald werk bij de Herepoort (op de bouwplaats bij de aanpak van de ringweg) tot gesubsidieerd werk bij Iederz. Sandra: āWe hadden een patiĆ«nt die bij een houtbewerkingsbedrijf werkte. Hij heeft inmiddels een VO (voorwaardelijk ontslag van de tbs) gekregen en heeft nu een betaalde baan.ā Jasper: āEn een patiĆ«nt die bij de Stichting Leerbouwen een opleiding tot stucadoor volgde, die heeft nu ook een VO en een betaalde baan. Dit zijn wel de uitzonderingen, 95 % van de patiĆ«nten is hier niet toe in staat.ā
Wat vinden patiĆ«nten ervan om aan het werk te kunnen? Sandra: āWerk buiten de deur geeft patiĆ«nten veel voldoening en plezier. Ze voelen dat ze er echt toe doen, dat ze ergens bij horen en dat ze zinvol bezig zijn. Sommigen hadden nog nooit gewerkt en hadden niks waarvoor ze hun bed uit moesten komen.ā
Hoe onderhoud je contacten met werkgevers? Jasper: āWe zouden graag meer tijd hebben om te netwerken bij bedrijven, contacten te leggen en te pionieren.ā Miranda: āWe evalueren regelmatig met de werkgevers en onderhouden het contact om de relaties goed te houden. We zijn zuinig op de werkgevers.ā Sandra: āVoor de werkgevers zijn wij het gezicht van Van Mesdag. We zijn voor hen het aanspreekpunt. Wij willen het van hen ook weten, als een patiĆ«nt niet op komt dagen of zegt dat hij een tandartsafspraak heeft. Wij moeten het verantwoorden.ā Miranda: āWe nodigen veel mensen van bedrijven en organisaties uit voor een rondleiding door de kliniek, zodat ze een beter beeld krijgen van wat tbs eigenlijk is. Werkt een patiĆ«nt al bij hen, dan doen we de rondleiding samen met hem. Je moet tijd investeren om een relatie op te bouwen met een (potentiĆ«le) werkgever. Het is niet gemakkelijk om de patiĆ«nten buiten aan het werk te krijgen, ook omdat de doelgroep kwetsbaarder wordt en een lager niveau heeft.ā
Reacties uitgeschakeld voor Werken bij de instroom
Heeft iemand tbs opgelegd gekregen, dan komt deze persoon na zijn detentie binnen bij een van de tbs-klinieken in Nederland. Bij FPC Dr. S. van Mesdag heet de eerste periode die een patiƫnt hier verblijft, de instroom. Wat betekent die instroom voor een tbs-patiƫnt? En hoe ervaren medewerkers van een instroomunit deze eerste fase in de behandeling van een tbs-patiƫnt? Aan het woord komen sociotherapeut Madelief en stagiaire Linne van een instroomunit.
Waarom werken jullie bij de instroom? āHet bijzondere van de instroom is, dat er maar 1 nieuwe patiĆ«nt hoeft binnen te komen of de groepsdynamiek kan totaal veranderen. De verschillende problematieken van patiĆ«nten, hoe ze van invloed zijn op de dynamiek en hoe patiĆ«nten op elkaar reageren, dat je snel moet schakelen soms, dat je moet bepalen wat iemand nodig heeft. Dat zijn allemaal dingen die mij interesseren en daarom vonden ze mij bij het sollicitatiegesprek geschikt om bij de instroom te gaan werken,ā zegt Madelief, die nu anderhalf jaar bij Van Mesdag werkt. Linne volgt de opleiding Social Work en loopt sinds september 2022 stage bij een instroomunit.
Hoe bereidt het team zich voor op de komst van een nieuwe patiĆ«nt? Madelief: āEen nieuwe patiĆ«nt heeft in de PI al een intakegesprek gehad met onze behandelcoƶrdinator (BC), die uitleg geeft over wat de patiĆ«nt kan verwachten van tbs en van zijn eerste periode bij Van Mesdag. De BC maakt al een eerste beeld van de patiĆ«nt en geeft dat aan de unit door. Het team bepaalt wie het meest geschikt is om mentor te worden van de nieuwe patiĆ«nt.ā Linne: āEn we maken praktische zaken in orde, zoals de kamer, een bankpasje, etc.ā
Hoe verlopen grofweg de eerste dagen voor een patiĆ«nt? Madelief: āIemand van ons haalt de nieuwe patiĆ«nt op uit de ontvangstruimte, nadat hij gecontroleerd is. De mensen van de beveiliging lopen mee tot de ingang van onze unit. Dan leiden wij de patiĆ«nt rond, laten hem zijn kamer zien, geven hem een kopje koffie en laten hem kennismaken met de andere patiĆ«nten. Het is vaak al heel boeiend om te zien wat die kennismaking met hem doet. Kent hij al mensen? Hoe presenteert hij zichzelf? Zegt hij zelf iets of juist niet. We geven uitleg en maken basisafspraken met hem. De patiĆ«nt heeft dan ook meteen het opnamegesprek met de BC en de psychiater. Vaak zit de mentor daar ook bij. De eerste paar weken heeft een patiĆ«nt nog niet zoān druk programma: zo kunnen we hem leren kennen en goed inschatten qua veiligheid. Soms heeft een patiĆ«nt dan het gevoel dat hij weer bij nul begint, terwijl hij in de PI al overdag werkte. Hij zit in fase 1 van zijn vrijheden en mag dus niet alleen van de unit. Wij zijn er om hem zich thuis te laten voelen, hem op zijn gemak te stellen als hij spanning voelt, even een spelletje doen of naar de wandelplaats. We proberen zoveel mogelijk duidelijkheid en structuur te bieden.ā
Hoe gaat het in de eerste tijd? De psychiater en BC voeren gesprekken met de patiĆ«nt om een diagnose te stellen, zijn niveau te bepalen en te kijken welke behandeling ingezet wordt. Madelief: āWe zijn natuurlijk een observatie-unit: we kijken hoe iemand in de groep functioneert, hoe hij reageert op drukte, of hij behandeldruk aankan, of hij zich aan afspraken houdt, of hij bijvoorbeeld op tijd op therapie verschijnt, zich afmeldt als hij niet gaat, etc. Als sociotherapeuten zijn wij zijn eerste aanspreekpunt, wij proberen zo zichtbaar mogelijk te zijn, zodat we zien wat er gebeurt en een patiĆ«nt ons vragen kan stellen. Na twee weken maken wij een inschatting of de patiĆ«nt mee kan naar sportmomenten. De patiĆ«nt gaat naar de mensen van Educatie om te kijken bij welke dagbesteding hij kan werken en of hij een opleiding wil doen.ā Zo ontstaat er in die eerste tijd een dagprogramma voor de patiĆ«nt met therapie, werk en vrije tijd. Linne: āHet is maar afwachten of een patiĆ«nt zich openstelt, meedoet in het programma of juist op zijn bed blijft liggen.ā
Hoe verloopt de instroom daarna voor een patiĆ«nt? Madelief: āVoor de meeste patiĆ«nten is de fasebespreking een belangrijk moment. De eerste is na zes weken. Ze willen graag door naar fase 2, waarbij ze āzelfstandig en doelgerichtā door de kliniek mogen lopen. Wij kijken zorgvuldig welke vrijheden een patiĆ«nt aankan. Soms valt iemand terug in een eerdere fase. Elke drie maanden is er een behandelplanbespreking (BHB) om te bepalen hoe een patiĆ«nt in zijn behandeling zit, of hij afspraken nakomt, etc.ā Linne: āSommige patiĆ«nten weigeren in het begin therapie of weigeren in gesprek te gaan met de psychiater over medicatie. Of ze willen alleen maar sporten en verder niks. Wij doen dan van alles om hen te stimuleren en ook het netwerk (de familie) of andere patiĆ«nten slagen er soms in om hen toch in actie te laten komen. Anderen zijn heel gemotiveerd om behandeling te volgen.ā Madelief: āVeel is ook afhankelijk van de groepsdynamiek.ā
Hoe verloopt het einde van de instroom? Madelief: āIs er een duidelijke diagnose, is de patiĆ«nt goed in te schatten, is het beeld rondom veiligheid helder, weten we wat de aandachtspunten van een patiĆ«nt zijn? Dan kan een patiĆ«nt doorstromen. Uiteindelijk bepaalt de behandelverantwoordelijke wat een geschikte plek is voor een patiĆ«nt bij de doorstroom, afhankelijk van in welk zorgprogramma hij valt. Ook kijkt de mentor wat de patiĆ«nt nog nodig heeft voor hij kan doorstromen en wordt er een signaleringsplan opgesteld. Hoe lang een patiĆ«nt op de instroom verblijft is heel verschillend. Het hangt er ook vanaf of er plek is op de volgende unit. Soms gaat een patiĆ«nt die later is gekomen, eerder naar de doorstroom. Dat is voor andere patiĆ«nten soms ingewikkeld.ā Linne: āHet hangt natuurlijk voornamelijk van de houding van een patiĆ«nt af: focust hij goed op zijn eigen behandeling, maakt hij goede keuzes.ā
Waar doen jullie het voor? Madelief: āHet contact met de patiĆ«nt is mooi, dat je ziet dat iemand kleine stappen zet, zich openstelt voor je, dat hij zijn problemen bespreekbaar maakt en zich kwetsbaar opstelt. De ene patiĆ«nt gooit alles meteen op tafel, bij de ander moet je ernaar graven.ā Linne: āDat je een bijdrage kunt leveren aan dit wereldje, waar maar weinig mensen weet van hebben, dat je vooruitgang ziet bij patiĆ«nten.ā
Reacties uitgeschakeld voor Bas: āWe zijn goed in het aanpakken van acute problemenā
Een prachtig voorbeeld van iemand die zich via studies en vooral de praktijk ontwikkelt is Bas. Ooit begonnen als verzorgende bij verpleeghuis Blauwbƶrgje heeft hij zich via een studie mbo-verpleegkundige, hbo Social Work en werken bij Lentis opgewerkt tot behandelcoƶrdinator bij FPC Dr. S. van Mesdag. Dat werk doet hij nu ruim twee jaar.
Hoe kwam je bij Van Mesdag terecht?
āIk ben altijd iemand geweest die liever in de praktijk werkt en leert. Ik heb hiervoor veertien jaar bij Lentis gewerkt, onder andere in de volwassenenpsychiatrie en bij een FACT-team. FACT is een ambulant multidisciplinair GGZ-team. Uiteindelijk heb ik naast mijn werk een opleiding tot verpleegkundig specialist gedaan. Bij Van Mesdag ben ik in gesprek gegaan over de functie behandelcoƶrdinator. Zo ben ik eerst een half jaar gestart op een uitstroomafdeling. Daarna kreeg ik de vraag of ik met de doelgroep patiĆ«nten met SGG (seksueel grensoverschrijdend gedrag) wilde werken. Deze nieuwe uitdaging ben ik maar gewoon aangegaan, ook al wist ik niet helemaal waar ik aan begon.ā
Wat houdt je werk in?
āIk werk op een afdeling met patiĆ«nten met een persoonlijkheidsstoornis en seksueel grensoverschrijdend gedrag. Ik spreek patiĆ«nten elke twee weken over de voortgang van hun behandeling en bij vragen of incidenten vaker. Het zijn patiĆ«nten die vanuit hun delict gewend zijn om zich zoveel mogelijk verborgen op te stellen. Daardoor blijft het een uitdaging om in gesprek te zijn over hun delict en de gevolgen daarvan.
Veel overleg heb ik met de sociotherapeuten: hoe verloopt de behandeling, waar loop je tegenaan, hoe kan je het beste met deze patiĆ«nt omgaan. Als het niet lekker loopt met een patiĆ«nt, dan houden we een multidisciplinair overleg om te bespreken welke interventies nodig zijn in de behandeling. Daarnaast schrijf ik verlofaanvragen voor de VTC (Verloftoetsingscommissie), bereid aanvragen voor libidoremmende medicatie voor die in de LRM (Commissie Libidoremmende Medicatie) worden behandeld en doe ik jaarlijks per patiĆ«nt een risicotaxatie om het recidiverisico vast te stellen. Verder spreek ik als deskundige bij rechtszittingen over tbs-verlenging van de patiĆ«nten.”
Wat is een uitdaging in je werk?
āIk heb echt tijd nodig gehad om wegwijs te worden in tbs-land. Het is vaak een zoektocht naar de beste behandeling voor een patiĆ«nt met SGG. Omdat mijn kennis van deze doelgroep te verbreden, krijg ik de ruimte om me daar verder in te specialiseren.ā
Wat zijn voor jou ingrediƫnten voor werkplezier?
āHet geeft mij een goed gevoel dat ik de kans krijg om me te ontwikkelen en dingen op te pakken die ik nog niet eerder gedaan heb. Ik voel die ruimte en de steun en het geeft me een hoop energie. Daarnaast zie ik dat we als team elkaar steeds beter weten te vinden en stappen maken in de behandeling van patiĆ«nten. Daar kan ik van genieten.
Wat ook helpt is om in de kliniek tussen de middag te sporten. Als ik met iets in mijn maag zit, ziet dat er na het sporten minder ingewikkeld uit en begin ik fris aan de middag.ā
Bij FPC Dr. S. van Mesdag worden patiƫnten behandeld om een veilige terugkeer naar de maatschappij mogelijk te maken. Een onderdeel van hun behandeling is de dagbesteding, waar ze naar vermogen werk doen op werkzalen, zoals die van Metaal. Renke is medewerker arbeidstherapie. Samen met Patrick begeleidt hij patiƫnten bij hun werk op de werkzaal Metaal.
In hun kracht
āDagelijks komen er vijf of zes patiĆ«nten op onze werkzaal. De basis van ons werk is het om patiĆ«nten in hun kracht te zetten. Dit doen we door te kijken welk werk bij welke patiĆ«nt past, de patiĆ«nt te prikkelen, te stimuleren om zich aan de gemaakte afspraken te houden en met ons te communiceren.
De werkzaal metaal staat bekend als een afdeling die vies en vol stof is. Maar het werk is juist zo mooi. Er is zoveel mogelijk, er gebeurt zoveel maatwerk per patiĆ«nt, patiĆ«nten zijn trots op de dingen die ze maken en wij zijn trots op de dingen die we met elkaar bereiken.ā
Werk op maat
āVoor bijna elke patiĆ«nt is er werk in de werkzaal metaal. Er is eenvoudig werk en werk met meer uitdaging. We kijken goed wat bij de patiĆ«nt past. Heeft hij al ervaring, met welke machines kan de patiĆ«nt (al) omgaan of heeft de patiĆ«nt gevoel voor maten en vormen.
Tijdens de begeleiding van de patiƫnten kijken we ook naar de toekomst. Kan deze patiƫnt straks aan het werk op een sociale werkplaats? Of misschien kan hij met wat hij hier geleerd heeft wel een betaalde baan vinden.
PatiĆ«nt 1 werkt bijna elke dag aan vlinders. Stap voor stap heeft hij geleerd hoe dit moet. Hij is trots om zijn werk te laten zien en wat is het mooi dat zijn werk nu zelfs wordt verkocht. PatiĆ«nt 2 is veel meer geschikt voor preciezer werk, bijvoorbeeld tuinkachels. Dit is een heel ander type werk, wat bijvoorbeeld meer inzicht vereist en meer oog voor detail.ā
Geen eilandjes
āOm ons werk goed te doen is het belangrijk om multidisciplinair samen te werken. Als je elkaar blijft opzoeken, heb je geen eilandjes. Loop je ergens tegenaan? Pak de telefoon of loop even langs. Een mooi voorbeeld is dat vanochtend een sociotherapeut even belt dat een patiĆ«nt wat later komt. Dat is fijn om te weten.
Wij zien de jongens op de dagbesteding de halve dag. We zien als het goed gaat of als een patiĆ«nt een wat mindere dag heeft. Het is belangrijk om daar met de andere collegaās die betrokken zijn bij deze patiĆ«nt even contact over te hebben.ā
Reacties uitgeschakeld voor Onze aanwezigheid zorgt voor een veilig gevoel
Mario werkt als DGBāer (Dienst GeĆÆntegreerde Beveiliging). āWij hebben het mooiste werk van de kliniek, echt een specialistische job binnen de forensische zorg.ā
Wat houdt jullie werk in?
Het werk van Mario en zijn veertig collegaās bestaat uit het bemensen van de centraalpost en het lopen van toezichthoudende rondes door de kliniek. āEr zijn drie soorten diensten: de vroege, late en nachtdienst. We hebben dus onregelmatige diensten. Zelf ben ik overdag ploegleider en ās nachts wachtcoƶrdinator. We zijn altijd met zijn zessen: twee voor de centraalpost, twee op ronde (deze rouleren om het uur) en twee die de verzorgingen doen ter ondersteuning van de sociotherapie bij patiĆ«nten met een verhoogd risico op agressief gedrag. Deze patiĆ«nten zitten veelal in een aangepast individueel programma of in de separeer. Wij gaan onder ander mee met wandelen en zitten bij gesprekken. Wij gaan als beveiligers mee met de patiĆ«nten die voor het eerst begeleid buiten de kliniek mogen. De eerste vijf verloven zijn onder begeleiding van ons. Eerst doen we een rondje dichtbij de kliniek, dan steeds verder, bijvoorbeeld naar de winkel. En gaat dat goed, dan gaat de patiĆ«nt op verlof met een sociotherapeut en gaan wij niet meer mee. Elk verlof wordt voor- en nabesproken. Verder begeleiden we een patiĆ«nt die overgeplaatst wordt of onverwacht naar het ziekenhuis moet. Moet hij in het ziekenhuis blijven, dan neemt de Dienst Vervoer & Ondersteuning van Justitie dit over. Ook het fouilleren valt onder ons takenpakket, het controleren van postpakketten en het begeleiden van de Dienst Vervoer & Ondersteuning, die langskomen met hun speurhonden. We doen brand- en sluitrondes, we controleren wandelplaatsen op veiligheid. Daaronder valt ook de hekwerkcontrole. In de nachtdienst wordt er elke nacht een verblijf gecontroleerd op brandveiligheid of contrabande. Ook coƶrdineren wij de BHV in de kliniek.ā
Wat is het belang van jullie werk?
āOnze kracht is dat we zichtbaar zijn in gewone kleding. We dragen handboeien, portofoon en pieper. Terwijl we rondlopen maken we vaak een praatje en daarom kennen we veel patiĆ«nten en medewerkers. We komen op elke unit. Dat maakt het een mooie job en geen dag is hetzelfde. Worden wij ingezet, dan werkt dat de-escalerend op een incident of conflict. Wij hebben een minder nauwe behandelrelatie, indirect werken we wel mee in de behandeling. Zo had een patiĆ«nt gisteren een grote mond. Ik ging toen samen met de sociotherapeut met die patiĆ«nt in gesprek. De sociotherapeut voelt zich door mijn aanwezigheid gesteund, de patiĆ«nt kan nog een keer zijn verhaal doen en we kijken samen hoe we de situatie kunnen de-escaleren. De centraalpost is het veiligheidshart van de kliniek. Daar regelen we het openen van deuren en volgen we de bewegingen in en rondom de kliniek via beveiligingscameraās. Het is een heel belangrijk onderdeel van ons werk. Onze aanwezigheid zorgt voor een veilig gevoel. Dat wordt versterkt doordat het personeel piepers draagt. Drukt iemand op de rode knop, dan zijn wij er heel snel. Ook dat geeft een vertrouwd gevoel. De veiligheid is bij Van Mesdag goed geregeld.ā
Wat gebeurt er bij een alarm?
āDe DGBāers op ronde rennen naar de plek en proberen de situatie te stabiliseren. Het liefst door in gesprek te gaan. Vaak werkt een gesprek de-escalerend en soms moeten wij ook fysiek ingrijpen. Hier zijn wij in getraind. Zijn wij ingezet bij een incident, dan evalueren we altijd met elkaar. En de nazorg is belangrijk, dat is hier goed geregeld via het Team Collegiale Ondersteuning. Ook zijn wij getraind als intern bijstandsteam (IBT), dat komt in actie als er bijvoorbeeld iemand uit zijn verblijf moet worden gehaald die niet in de samenwerking is. Daar hoort een speciaal tenue bij met beschermende kleding, schilden en wapenstok.ā
Hoe ervaar jij je werk?
āOns werk is het mooiste werk van de kliniek. Het is heel afwisselend en je hebt veel vrijheid om aan te geven wat je wilt doen, qua gepland werk en ongepland werk. Natuurlijk is het zo, dat niet iedereen dit werk kan doen, het is echt specialistisch. Je moet snel kunnen schakelen en een goed inlevingsvermogen hebben in het type patiĆ«nten. We hebben een hecht team, je moet op elkaar kunnen vertrouwen. Dat proberen we ook over te brengen op nieuwe collegaās, zodat je van elkaar goed weet wat je moet doen. Dit maakt dat wij een hecht team hebben, dat professioneel functioneert.ā
Om de beste ervaringen te bieden, gebruiken wij technologieƫn zoals cookies om informatie over je apparaat op te slaan en/of te raadplegen. Door in te stemmen met deze technologieƫn kunnen wij gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site verwerken. Als je geen toestemming geeft of uw toestemming intrekt, kan dit een nadelige invloed hebben op bepaalde functies en mogelijkheden.
Functioneel
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een site of over verschillende sites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.